De overval op de abdij Kloosterrade is een naar alle waarschijnlijkheid fictieve of mislukte overval die plaats zou hebben gevonden in de nacht van 8 op 9 april 1763. Aangezien er geen corpus delicti is, noch een beschrijving in de kloosterdagboeken, gaat men er doorgaans van uit dat de overval nooit heeft plaatsgevonden. Het zou gaan om een afgedwongen bekentenis tijdens tortuur - dat zou ook de geringe buit verklaren: dat werd niet gemist en zou dus verklaren waarom er nooit melding van de overval is gemaakt.
Verloop
Over het verloop van de overval is weinig bekend. Er zijn geen beschrijvingen van de overval, anders dan wat er tijdens de tortuur is bekend.
Drie dagen voorafgaand aan de overval zou Balthasar Kirchhoffs aan Arnold Zanders medegedeeld hebben de overval op de planning te hebben staan, zo verklaart Zanders op 21 augustus 1771. Nicolaas Rootcrantz verklaart dat Balthasar Kirchhoffs veertien dagen van tevoren al plannen voor de overval had.
Op de avond van 8 april zouden de deelnemers van de overval zich hebben verzameld bij de Sint Leonarduskapel, waar Balthasar Kirchhoffs een toespraak hield, waarbij hij alle aanwezigen de eed opnieuw liet zweren. Hierna ging de groep uiteen om niet te veel op te vallen.
Vervolgens zou de groep één (volgens de meeste ondervraagden) à twee uur (volgens Peter Muller) binnen zijn geweest, waarna verschillende leden - wie precies, verschilt per proces - naar buiten kwamen en zeiden dat het niet goed ging: veel buit was er niet. Vervolgens is men via allerlei verschillende routes weggegaan. Een deel van de groep keerde terug naar het huis van Balthasar Kirchhoffs, waar ze brandewijn dronken en de buit verdeelden. Opvallend is dat veel ondervraagden verklaren niet te weten waaruit de buit bestond. Nicolaas Rootcrantz verklaart zelfs dat er helemaal geen buit is gemaakt. Peter Ploum verklaart dat er enkel zilverwerk werd gestolen. Joseph Breuwer maakt, naast het zilverwerk, ook nog een vermelding van linnengoed.
Volgens Anton Blok zou het bij deze overval zijn gegaan om een wraakactie van Frans Hendrik Vorst op zijn werkgever - hij werkte als wagenmaker bij Kloosterrade.
De overval in populaire cultuur
Let op, dit stuk kan spoilers bevatten.
- In Dokter Joseph Kirchhoffs - Kapitein der Bokkerijders van Bernard Bekman wordt de overval op Kloosterrade kort benoemd en neergezet als een kleine, ongeorganiseerde actie. Frans Hendrik Vorst wordt als organisator neergezet en later door Joseph Kirchhoffs vermoord voor het handelen zonder bevel van een (onder)kapitein. Noot: Frans Hendrik Vorst is niet vermoord in 1763, maar pleegde zelfmoord in 1771.
- In Broederschap van de Bok van Reggie Naus wordt de overval op Kloosterrade uitgebreid beschreven. Ook in dit verhaal komt Frans Hendrik Vorst als centraal figuur naar voren. Opvallend is wel dat Joseph Keyser als complice genoemd wordt, terwijl hij in 1763 pas tien jaar oud was.
Bronnen
Van Eekelen, J. (z.d.-c). Verklaringen Arnoldus Zanders. 21 augustus 1771. Geraadpleegd op 2 augustus 2022, van https://johnve.home.xs4all.nl/docop/proc4/proc_I09g.html
Van Eekelen, J. (z.d.-c). Scherp Examen van Nicolaes Rootcranz de Oude. 18/19 september 1771. Geraadpleegd op 2 augustus 2022, van https://johnve.home.xs4all.nl/docop/proc4/proc_I09h.html
Van Eekelen, J. (z.d.-c). Verklaringen Peter Muller. 11 juli 1771. Geraadpleegd op 31 juli 2022, van https://johnve.home.xs4all.nl/docop/proc4/proc_I11cb.html
Van Eekelen, J. (z.d.-d). Verklaringen Peter Muller. 12 juli 1771. Geraadpleegd op 2 augustus 2022, van https://johnve.home.xs4all.nl/docop/proc4/proc_I11cc.html
Van Eekelen, J. (z.d.-d). Scherp verhoor Peter Ploum. 16/17 februari 1773. Geraadpleegd op 2 augustus 2022, van https://johnve.home.xs4all.nl/docop/proc4/proc_I18b.html
Van Eekelen, J. (z.d.-d). Scherp Examen van Joseph Breuwer. 14/15 mei 1773. Geraadpleegd op 2 augustus 2022, van https://johnve.home.xs4all.nl/docop/proc4/proc_I09i.html
van Gehuchten, F. (2014). Bokkenrijders, De schande van Limburg II (2e druk). Leon van Dorp Uitgeverij. p. 17
Blok, A. (1991). De Bokkerijders (2de editie). Prometheus. p. 141
Reactie plaatsen
Reacties