Maria Ponts (15 januari 1721, Hoensbroek - 12 november 1743, Hoensbroek) was een jonge vrouw uit Hoensbroek die als Bokkenrijder werd geëxecuteerd. Ze was de dochter van vilder en vermeend bendeleider Mathijs Ponts.

Hendrik Ponts (23 mei 1718, Hoensbroek - Onbekend) was een vilder en vermeend Bokkenrijder, zoon van vermeend bendeleider Mathijs Ponts, die ook vilder was. Hendrik wist te vluchten.

Peter Ponts (ook wel Petrus Ponts) (7 februari 1716, Hoensbroek - 12 november 1743, Hoensbroek) was een vilder en vermeend Bokkenrijder, de zoon van vilder en vermeend bendeleider Mathijs Ponts uit Hoensbroek. Hij werd tijdens de derde vervolgingsperiode gearresteerd en geëxecuteerd.

Johannes Ponts (ook wel: Joannes, Jan, Hans of Joes) (26 maart 1713, Hoensbroek – 14 augustus 1743, Rekem) was een vilder en de oudste zoon van vilder en vermeend bendeleider Mathijs Ponts. Hij werd tijdens het eerste massaproces vervolgd.

Ida Ponts (12 februari 1712, Hoensbroek – 29 januari 1744, Echt) was de oudste dochter van de vilder Mathijs Ponts uit Hoensbroek en een vermeend Bokkenrijder. Ze werd in 1744 samen met haar echtgenoot veroordeeld.

Mathijs Ponts (ook wel Matthijs of Mathias Ponts) (c. 1690, Hoensbroek - 12 november 1743, Hoensbroek) was een vilder uit Hoensbroek en vermeend leider van de Bokkenrijders. Hij werd in het eerste massaproces samen met zijn familie vervolgd en zat gevangen op kasteel Hoensbroek. Hij is daarmee één van de bekendste Bokkenrijders.

Joseph Ploum (ook: 'De Heer van (den) Sankel') (1732, Ubach - 15 oktober 1771, Herzogenrath) was een winkelier uit Ubach en vermeend Bokkenrijder. Hij werd relatief vroeg tijdens de derde vervolgingsperiode gearresteerd en uiteindelijk geëxecuteerd als een van de eersten, tegelijk met Joseph Keyser.

Willem Ploum (ook wel 'Vivats Willem') (? - 15 oktober 1771, Herzogenrath) was de herbergier van herberg 'Vivat' en een vermeend Bokkenrijder. Hij werd relatief vroeg in de derde vervolgingsperiode van Overmaas beschuldigd.

Jacob Otten (ook wel Jacobus Otten) (1739, Ubach - 15 oktober 1771, Herzogenrath) was een schoenmaker uit Ubach en vermeend Bokkenrijder. Hij was één van de eerste veroordeelden uit de derde vervolgingsperiode.

Gabriël Reinarts (ook wel Gabriel Rei(j)nartz of 'Gabriël aan de kerk') (1722, Ubach - 15 oktober 1771, Herzogenrath) was een voerman uit Ubach en vermeend Bokkenrijder. Hij was één van de eerste veroordeelden uit de derde vervolgingsperiode van Overmaas.

Peter Pauwels (ook wel Petrus Paulsen) (1715, Ubach - 15 oktober 1771, Herzogenrath) is een wever uit Ubach en vermeend Bokkenrijder. Hij is een van de eerste veroordeelden in de derde vervolgingsperiode van Overmaas.

Cornelis Dautsenberg (ook wel (Cor)nelis Dautzenberg of 'Butse Nellis'/'Butze(s) Nelles') (1731, Ubach - 15 oktober 1771, Herzogenrath) was een schoenmaker en vermeend Bokkenrijder. Hij was een van de eerste veroordeelden uit de derde vervolgingsperiode.

Johan Arnold Daniëls, (Hoensbroek, 2 september 1738 - Schaesberg, 6 april 1799), beter bekend als S.J.P. Sleinada, was pastoor in de parochie van Schaesberg en auteur van het eerste boek over de Bokkenrijders: "Oorsprong, Oorzaeke, Bewys..."

De overval op het Panhuys - bewoond door Hendrik Ritzen, zijn vrouw Anna Gertrudis Wetzels en hun 3 kinderen - heeft plaatsgevonden in de nacht van maandag 19 op dinsdag 20 april in het jaar 1762. Het Panhuys was een brouwerij, met daar aan een winkel en herberg gevestigd. Het gebouw schikte ook functie als verenigingslokaal van de schutters.

De overval op de abdij Kloosterrade is een naar alle waarschijnlijkheid fictieve of mislukte overval die plaats zou hebben gevonden in de nacht van 8 op 9 april 1763. Aangezien er geen corpus delicti is, noch een beschrijving in de kloosterdagboeken, gaat men er doorgaans van uit dat de overval nooit heeft plaatsgevonden. Het zou gaan om een afgedwongen bekentenis tijdens tortuur - dat zou ook de geringe buit verklaren: dat werd niet gemist en zou dus verklaren waarom er nooit melding van de overval is gemaakt.