De overval op het Panhuys - bewoond door Hendrik Ritzen, zijn vrouw Anna Gertrudis Wetzels en hun 3 kinderen - heeft plaatsgevonden in de nacht van maandag 19 op dinsdag 20 april in het jaar 1762. Het Panhuys was een brouwerij, met daar aan een winkel en herberg gevestigd. Het gebouw schikte ook functie als verenigingslokaal van de schutters.
Verloop
Zoals al vernoemd, was deze overval gepleegd op de nacht van 19 op 20 april 1762. Bij deze overval waren er bendeleden betrokken vanuit Ubach, Merkstein, Alsdorf, Bardenberg, Geilenkirchen, Herzogenrath, Kerkrade, Heerlen, Hoensbroek, Beek, Geulle, Meerssen, Haasdal, Klimmen, De Heeck, Schimmert, Oensel, Margraten, Gulpen, Aalbeek, Schin op Geul en Nuth. Ze hadden de overval goed georganiseerd van te voren. Elke groep had een opdracht die zij vervulden.
Tijdens dat deze overval van start ging, lag Hendrik Ritzen al in zijn bed toen hij onbekenden aan zijn deur zou hebben gehoord, waarna hij zijn dienstmeisje Aldegondis Drummen geroepen had. Hierna werd er op de deur gebonsd met zware balken. Hendrik pakte zijn altijd geladen geweer nadat hij uit bed gesprongen was en sloop voorzichtig naar de keuken. Abrupt schoot hij door de keukendeur naar buiten, waarbij niemand was getroffen. De Bokkenrijders waren ondertussen nog steeds ongestoord bezig met het neerrammen van de keukendeur die langzaam maar zeker mee begon te geven.
Terwijl dat Hendrik zich naar een andere kamer trok, begonnen de Bokkenrijders ook met vuren. Er werden 3 kogels afgevuurd, waarvan er geen enkele van Ritzen getroffen had. Hij trok zich dieper in zijn huis in een kamer en vergrendelde de deur. Hier wachtte hij de gebeurtenissen af. Het geweer in de aanslag.
Inmiddels had de keukendeur zich begeven, en waren de bandieten binnen. Hendrik hoorde hoe ze de deur van de kamer waarin hij zich bevond onder handen namen. Ze waren al vlug binnen, sinds dat ze zo heftig te keer gingen dat de deurhengsels en panelen er vanaf vlogen. Dit ging allemaal zo snel, dat Hendrik Ritzen niet eens de kans kreeg om een tweede schot te lossen. Hendrik werd ernstig mishandeld, en zijn vrouw ernstig gekneveld en overweldigd. Een derde groep had de taak om alle kisten en kasten te forceren en de bruikbare goederen mee te nemen. Hier boven op was ook nog een speciale groep bezig in de winkel.
De buit
De buit die gemaakt was in Wijnandsrade bevatte een carolien en 6 halve, 5 cronen, 13 pattacons, en een massa kleingeld, een zijden kleed van Anna Wetzels, zakdoeken, trekmutsen, een laken jas, een zwart camisool, een leren broek, twee paar kousen, twee dozijn manshemden, vrouwenhemden, schorten, de gehele linnenvoorraad, een gouden en zilveren kruis. Uit de winkel hadden ze 51 merck aan Aakener buschen en 10 à 12 gulden in ander geld. De totale schade werd door Ritzen op 1500 gulden geschat wat onvoorstelbaar hoog was voor die tijd.
Referenties
1. Ramaekers, G. & Pasing, T. (1973). De woeste avonturen van de Bokkerijders. Limburgs Dagblad., P. 136-138
Reactie plaatsen
Reacties