Johannes Ponts

Gepubliceerd op 27 oktober 2022 om 16:30

Johannes Ponts (ook wel: Joannes, Jan, Hans of Joes) (26 maart 1713, Hoensbroek – 14 augustus 1743, Rekem) was een vilder en de oudste zoon van vilder en vermeend bendeleider Mathijs Ponts. Hij werd tijdens het eerste massaproces vervolgd.

Persoonlijk leven

Johannes Ponts werd geboren op of voor 26 maart 1713 en op die datum gedoopt. Hij was de oudste zoon en het tweede kind van Mathijs Ponts en Barbara Bemelmans. Samen met acht broers en zussen (Ida, Peter, Gertrudis, Hendrik, Maria, Margaretha, Matthias en Reinerus) groeide hij op aan de Akerstraat in Hoensbroek. Hij leerde het vak van vilder van zijn vader. Zijn familie noemde hem Hans, hoewel hij ook wel Joes wordt genoemd in een verklaring van zijn broer Peter.

Als jongeman trouwt Johannes met Anna Odilia Edel, een vildersdochter uit Düsseldorf. Na haar overlijden in 1740 hertrouwt hij met zijn achternicht Anna Gertrudis Ponts. (Mensen lieten hun kind niet graag met een vilder trouwen, want vilders waren sociale paria's in de 18e eeuw. Om die reden trouwden vildersfamilies vaak onderling en soms zelfs binnen de eigen familie.) Johannes kreeg minstens twee kinderen, één uit elk huwelijk.

In 1743 werden Johannes' vader Mathijs, broer Peter en zus Maria gearresteerd en gevangengezet; men dacht dat zij lid waren van de Bokkenrijdersbende. Zijn broer Hendrik was ook beschuldigd, maar die was gevlucht en wist gevangenschap te voorkomen. Johannes' oudere zus Ida werd een aantal maanden later ook opgepakt, samen met haar man, Johannes Honoffs. Mathijs, Peter, Maria en Ida Ponts en Johannes Honoffs werden allemaal geëxecuteerd als Bokkenrijders.

Arrestatie en ontsnapping

Al vóór de Bokkenrijdersprocessen worden Johannes en Anna Gertrudis ervan verdacht enkele inbraken te hebben gepleegd. Johannes wordt zelfs beticht van medeplichtigheid aan de moord op zijn schoonvader en naamgenoot Johannes 'Jan' Ponts. Op 15 februari 1742 wordt het echtpaar aangehouden en opgesloten in Eschweiler, maar Johannes weet al na een paar dagen te ontsnappen. Anna Gertrudis wordt op 10 augustus vrijgelaten; het lijkt erop dat ze niks met de inbraak te maken had. Wat er intussen met hun kinderen is gebeurd, is niet bekend; maar Johannes' zwager Joannes Honoffs legt later een verklaring af waarin hij zegt dat Johannes' zus Maria Ponts een kind van drie of vier bij zich heeft, dus mogelijk is dat het kind van Johannes en Anna Gertrudis.

Men denkt dat Johannes na zijn ontsnapping een jaar lang met een paar anderen (waaronder wellicht zijn broer Hendrik) door de streek zwierf, hier en daar diefstallen plegend. Het gerucht ging dat hij in de zomer van 1742 met een gestolen paard op de 'Aeckerbaan' (Akerstraat) zou hebben gereden.

In de zomer van 1742 zouden een aantal gezinsleden paarden hebben gestolen uit de weide van hoeve ‘Aldenhof’; mogelijk waren dit onder anderen Johannes Ponts en zijn vrouw Anna Gertrudis Ponts. Dat zou dan mogelijk dat gestolen paard zijn waar Johannes op rondreed.

Proces

Op 2 april 1743 wordt er in 's-Gravenvoeren een overval gepleegd. De slachtoffers geven een nauwkeurige beschrijving van één van de daders en op basis van die beschrijving wordt Johannes opnieuw gearresteerd op 18 april 1743. Hij wordt op 24, 25 en 30 mei onder tortuur verhoord. Hij bekent de misdaden en wordt ervoor veroordeeld. In het vonnis zijn alleen de misdaden rondom zijn eigen woonplaats meegenomen, niet de misdaden uit Hoensbroek waar zijn vader en zijn broer en zus voor worden veroordeeld. Daardoor staat Johannes' proces grotendeels los van de Bokkenrijdersprocessen die ondertussen bezig zijn, maar hij wordt wel beschuldigd door de meeste verdachten die Mathijs en Peter Ponts ook beschuldigen. De kans is aanwezig dat Johannes de misdaden waarvoor hij werd veroordeeld ook echt had gepleegd, hoewel het ook wel voorkwam dat vilders als zondebok werden gebruikt. Op 14 augustus 1743 wordt de dertigjarige Johannes opgehangen in het graafschap Rekem.

Het lot van Anna Gertrudis

Anna Gertrudis vertrekt in 1742 na haar vrijlating naar de familie van Mathijs Ponts in Hoensbroek, maar in december wordt ze uit Hoensbroek verbannen als vreemdeling. Mathijs moet de proceskosten betalen. Op 17 april 1743, een dag voordat Johannes wordt gearresteerd, wordt Anna Gertrudis samen met een aantal andere vrouwen gearresteerd in het huis van de weduwe van een vilder en naar kasteel Montfort gebracht. Ze vertelt de vervolgers expres niet dat ze de vrouw is van Johannes Ponts. Niet zo gek, want ze is al eerder samen met hem gevangengezet, en ze heeft hem waarschijnlijk al een hele tijd niet gezien. Op 7 januari 1744 wordt ze wegens gebrek aan bewijs vrijgelaten; Johannes is dan al dood. Ze verdwijnt en laat niets meer van zich horen. 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.