Adolf Steyns

Adolf Steyns (ook wel: 'Schutgens Adolf'/'Schutz Dolfus'. Andere schrijfwijze: Steins of Steijns) (1702, Ubach - 15 oktober 1771, Herzogenrath) is een wever uit Ubach en een vermeend Bokkenrijder. Hij is een van de eerste veroordeelden van de derde vervolgingsperiode. Ook zijn zwager, schoonzoon, twee zoons en de zoon van zijn schoondochter zijn als Bokkenrijders vervolgd.

Persoonlijk leven

Op 14 augustus 1702 wordt Adolf Steyns gedoopt in Marienburg als zoon van Leonard Steyns en Catharina Flecken. Hij heeft minstens één zus: zij heet Adelheid(is) of Aleid. Ze is getrouwd met Joannes Theunis, die in 1743 werd beschuldigd als Bokkenrijder en die volgens Adolf in Gulik stierf aan de galg. Adelheid overleed op 23 november 1761 in Marienburg.

Op 24 juni 1726 trouwt de 23-jarige Adolf Steyns in Marienburg met Maria Pennaerts. Ze krijgen een zoontje, dat echter dezelfde dag sterft. Kort daarna, op 5 oktober 1727, overlijdt ook Maria Pennaerts.

Op 27 maart 1729, anderhalf jaar na de dood van zijn eerste vrouw, hertrouwt de nu 26-jarige Adolf in Übach met Gertrudis Schutz, die op 14 februari 1707 werd gedoopt als dochter van Theodorus Schutz en Sabina Dautzenberg. Adolf en Gertrudis gingen in Ubach bij de Vliegenpoel wonen en kregen vier kinderen, waaronder Leonard Steyns, Hendrik Steyns en Anna Catharina Steyns, die getrouwd was met Peter Mayers. Hendrik en Leonard Steyns en Peter Mayers werden later ook vervolgd; Leonard wist te ontsnappen, Hendrik en Peter stierven aan de galg. Adolfs vrouw Gertrudis overleed 9 september 1787 in Ubach, op 80-jarige leeftijd, zestien jaar na de dood van haar man. Adolfs dochter Anna Catharina was al op 11 maart 1763 overleden in Ubach.

Adolf Steyns was een wever en hij werd ook wel 'Schutgens Adolf' of 'Schutz Dolfus' genoemd, naar zijn vrouw, Gertrudis Schutz. Hij was pas op latere leeftijd in Ubach komen wonen, dus mensen kenden hem via zijn vrouw. Je ziet vaker in de Bokkenrijdersprocessen dat verdachten worden aangeduid bij de achternaam van hun vrouw of moeder.

Proces

Al op 31 januari 1771 wordt Adolf Steyns' naam genoemd, namelijk door Baltus Kirchhoffs, die dan voor de tweede dag onder tortuur wordt verhoord. In maart wordt hij gearresteerd en gevangen gezet op Burg Rode, het kasteel van Herzogenrath. Op 25 en 26 april wordt hij onder tortuur verhoord. Hij bekent een aantal misdaden, waaronder overvallen uit de eerste vervolgingsperiode, nu al dertig jaar geleden. Hij is al 68, dus die periode heeft hij ook actief meegemaakt. Bij de recollectie op 27 april blijft hij bij zijn bekentenissen. Als hij echter op 14 mei geconfronteerd wordt met de verdachten die hij beschuldigd heeft (Dirk Jaspers, Leonard Ploum en Peter Müller, die allemaal al eerder gearresteerd waren), trekt hij zijn beschuldigingen in. 

Adolf Steyns wordt ter dood veroordeeld en sterft op 15 oktober 1771 aan de galg op de Beckenberg in Herzogenrath; hij is dan 69 jaar. Acht anderen worden op dezelfde dag en plek opgehangen: Joseph Keyser, Joseph Ploum, Willem Ploum, Jacob Otten, Gabriël Reinarts, Peter Pauwels, Cornelis Dautsenberg en Hendrik Steyns. Ook zijn zoon Hendrik wordt dus geëxecuteerd. Zijn twee jaar oudere zoon Leonard is een aantal maanden eerder ontsnapt.

Zijn 64-jarige vrouw blijft als weduwe achter.