Het is vandaag 15 oktober. In 2022 een doodgewone dag, maar precies 251 jaar geleden was dit in Herzogenrath een tragisch moment. Het is dinsdag 15 oktober 1771, ongeveer een jaar nadat er bij een boer uit Ubach een paard uit de stal is gestolen. Die diefstal leidde tot een arrestatie, en toen nog een arrestatie, en opeens was er een enorm massaproces aan de gang in de omgeving van Herzogenrath. Vanaf januari 1771 werden er tientallen mensen uit Ubach, Merkstein en Herzogenrath gearresteerd en opgesloten in Burg Rode. Daar was al maandenlang regelmatig het geschreeuw te horen van verdachten die onder tortuur werden verhoord. Buiten de poorten van het kasteel stonden familieleden en geliefden die hoopten een glimp op te vangen van hun dierbaren. Gezinnen werden verscheurd, vrienden verdwenen, gevlucht uit angst gearresteerd te worden.
Acht dagen eerder, op 7 oktober, waren er al twee mannen aan een paal gewurgd: Arnold Zanders en Albert Schleipen. En nu stond er weer een executie gepland. Negen mannen werden naar de galg op de Beckenberg te Herzogenrath gebracht, begeleid door zeven Franciscaner paters uit Aken en twee Dominicaner monniken uit Sittard, die hen ook op de dood hadden voorbereid. Waarschijnlijk stond er een menigte te kijken.
Allemaal werden ze opgehangen. Cornelis Dautsenberg, Joseph Keyser, Jacob Otten, Peter Pauwels, Joseph Ploum, Willem Ploum, Gabriël Reinarts, Adolf Steyns en Hendrik Steyns. Eeuwen later zijn ze grotendeels vergeten; ook ik kende ze tot enkele weken geleden op één na allemaal nog niet. En persoonlijk vind ik dat best erg. Als we het ooit nog over deze mensen hebben, dan zijn het namen in een lange lijst van veroordeelden, hoewel er een grote kans was dat ze onschuldig zijn veroordeeld. (Lees hierover meer in onze blog.) Wie waren deze mensen nou echt? Wat deden ze voor werk, hoe zag hun gezin eruit, hoe noemden hun dorpsgenoten hen?
Hieronder heb ik voor elke terechtgestelde van 15 oktober 1771 een korte beschrijving opgenomen. Uitgebreidere biografieën zijn te vinden op hun pagina's in Het Archief.
Cornelis Dautsenberg, 40 jaar †
Cornelis Dautsenberg was de zoon van Maria Butz en werd om die reden ook wel 'Butze Nellis' genoemd. Hij was schoenmaker en woonde in Ubach met zijn vrouw, Anna Catharina Dreschers. Ze hadden drie kinderen, elk jonger dan zes. Hij was geletterd en kon dus een beetje lezen en schrijven.
Joseph Keyser, ca. 19 jaar †
Over het leven van Joseph Keyser is weinig bekend; we weten dat hij een knecht was, dat hij uit Aken kwam en dat hij ongehuwd was. Met zijn ongeveer 19 jaar - want ook zijn precieze leeftijd is niet bekend - was hij veruit de jongste van deze mannen. Een jaar eerder had hij een paard gestolen uit de schuur van boer Hendrik Schutz en was hij betrapt toen hij het dier wilde verkopen. Hij werd gevangengezet op Burg Rode en zijn bekentenissen en die van zijn vriend Peter Müller leidden tot een reeks arrestaties.
Jacob Otten, 32 jaar †
Net als Cornelis Dautsenberg was Jacob Otten een schoenmaker uit Ubach. Hij was getrouwd met Joanna Maria Cardaun (ook wel Cardous), met wie hij vier zoons kreeg, die tussen de 2 en 11 jaar oud waren toen hij stierf. Hij wordt beschreven als een lange man. De dag voor zijn terechtstelling trok hij al zijn beschuldigingen in.
Peter Pauwels, 55 jaar †
De naam Peter Pauwels werd soms ook wel geschreven als Peter Paulsen. Hij was een wever uit Ubach - schijnbaar gebruikte hij zijn zolder om te weven - en mogelijk de jongste van zes kinderen. Hij was 55 en had al grijs haar. 15 oktober was niet alleen zijn sterfdatum, maar ook zijn trouwdatum; op 15 oktober 1736 was hij getrouwd met Sophia Ploum, met wie hij mogelijk vijf kinderen kreeg. Zijn vader heette Godfried en Peters zoon was naar hem vernoemd. Ook die zoon, Godfried Pauwels, werd later als Bokkenrijder vervolgd.
Joseph Ploum, 39 jaar †
Hoewel Joseph Ploum geboren was in Ubach, woonde hij een tijdje in Aken aan de Sandkaulstrasse, waardoor hij ook wel de Heer van den Sankel genoemd werd; blijkbaar had hij 'steedse manieren'. Sankel is een verbastering van Sandkaul. Later keert hij terug naar Ubach, waar hij een winkel opent. Zijn zus Thecla Ploum was getrouwd met Jacob Henseler, die ook vervolgd werd maar wist te ontsnappen. Zelfs was hij getrouwd met Maria Catharina Essers; ze krijgen geen kinderen. (Na zijn overlijden trouwt ze met een Peter Joseph Ploum.) Na Josephs executie gaat er een Franciscaanse pater genaamd Willibrordus naar de schepenen toe; hij zegt dat Joseph Ploum hem had gevraagd om namens hem zijn beschuldigingen tegenover Leonard Louppen, Peter Mayers, Baltus Holthuysen en Joseph Kirchhoffs postuum alsnog in te trekken. Blijkbaar probeerde hij de vier mede-gedetineerden te behoeden voor executie.
Willem Ploum, leeftijd onbekend †
Van al deze veroordeelden - afgezien van Joseph Keyser, wellicht - is Willem Ploum waarschijnlijk de figuur die het meest tot de verbeelding spreekt. Hij was de waard van herberg De Vivat, gelegen tussen Ubach en Merkstein aan de Akerstraat, en werd daarom ook wel Vivats Willem genoemd. Men geloofde dat de Bokkenrijders in deze herberg bijeenkwamen om te vergaderen en gestolen goed te verhandelen. Verder was hij getrouwd met Catharina Savelsberg, met wie hij vermoedelijk vijf kinderen had, tussen de 8 en 24 jaar oud; de oudste heette Maria Elisabeth. Hij werd beschreven als een rossige man. Als enige van de veroordeelden kwam hij niet uit Ubach, maar uit Merkstein. Voor zover bekend was hij geen familie van Joseph Ploum.
Gabriël Reinarts, 49 jaar †
Gabriël Reinarts was een voerman uit Ubach. Hij woonde "in het huis van den halfman van Briel", een boer met veel land. Dat huis lag vlakbij de kerk; daarom werd hij zelf Gabriël aan de Kerk genoemd. Hij had minstens één broer, Johannes, getrouwd met Catrine Korvers, en minstens één zus, Gertrudis, getrouwd met Johannes Dammers. De boerderij van Johannes en Catrine werd ooit overvallen, waarna Gabriël als eerste arriveerde bij de boerderij. Hij bewaarde ook het geld van zijn moeder, die op de boerderij van Johannes en Catrine woonde. Later werd dit alles gebruikt om hem te beschuldigen. Zelf was hij getrouwd met Anna Margaretha Vaessen, met wie hij vijf of zes kinderen had tussen de 6 en 23 jaar oud.
Adolf Steyns, 69 jaar †
Adolf Steyns was een wever; hij kwam uit Marienburg, maar woonde nu in Ubach. Hij was eerst getrouwd met Maria Pennaerts en kreeg een zoontje met haar, dat echter dezelfde dag nog stierf, kort daarna gevolgd door Maria. Adolf hertrouwde met Gertrudis Schutz en kreeg drie of vier kinderen met haar. Omdat hij niet uit het dorp kwam en mensen hem via zijn vrouw leerden kennen, werd hij ook wel Schutgens Adolf genoemd. De familie van Adolf Steyns had het niet getroffen met de Bokkenrijdersprocessen. Zijn zwager Johannes Theunis (ook een wever) werd al in 1743 beschuldigd en veroordeeld. Zijn schoonzoon Peter Mayers werd geëxecuteerd. Zijn zoons Leonard en Hendrik werden allebei opgepakt; Leonard ontsnapte, Hendrik werd ook geëxecuteerd. Leonards stiefzoon Nijs Dortants stierf in de cel.
Hendrik Steyns, 37 jaar †
Hendrik Steyns was de zoon van de zojuist genoemde Adolf Steyns, die op dezelfde dag werd opgehangen. Hij was net als zijn vader wever en werkte bij hem in Ubach. Hij had een broer, Leonard, en een zus, Anna Catharina. Hij was getrouwd met Maria Gertrudis Kelleter en kreeg met haar twee dochters, die tussen de 0 en 2 jaar oud waren toen hij overleed. In maart 1771 werd hij tegelijk met zijn vader en broer gearresteerd.
Door Friso Bijleveld
Reactie plaatsen
Reacties